Ons achtjarige supertalent Raghav waagde het erop: deelnemen aan het World Cadets Rapid & Blitz Championship. Een paar prachtige dagen op het Griekse eiland Rhodos zouden het worden! Rapid eindigde hij op de zesde plaats, en blitz dus op het podium… Ongelooflijk!
Zijn eindscore bij Rapid (gespeeld op 1 en 2 mei) was 5,5 uit 9. Genoeg voor de zesde plek dus. Hij schaakte wel echt de hele tijd mee in de top. Bij Blitz (op 3 mei) behaalde hij met 6,5 uit 9 op weerstandspunten de tweede prijs. De uiteindelijke winnaar moest zijn enige punt afstaan aan Raghav.
Resultaten om trots op te zijn!
We wisten al dat hij van het kaliber wereldtop is, maar toch erg bijzonder om te zien waar hij staat in zo’n internationaal deelnemersveld. Natuurlijk is het nog niet uitgekristalliseerd op achtjarige leeftijd, maar het leek erop alsof werelds besten zich zeker lieten zien bij zijn categorie.
De vraag is wat dit gaat beloven voor de komende jaren? Belangrijkste is in ieder geval motivatie: dus ook ontspannen blijven schaken, leuke trainingen en goed omgaan met verwachtingen – dat geldt voor al onze schakers. Maar vlieguren maken in zulke prestigieuze toernooien, met serieuze druk erop: fantastisch!
En hoe kom je zomaar terecht bij zo’n WK? Vilas (zijn vader) had gevraagd aan de KNSB of Raghav uitgezonden kon worden. Dat mocht, maar wel op eigen houtje. Prima vakantie natuurlijk, zeker met zijn topnoteringen uiteindelijk.
Waar andere landen met hele selecties aan kwam zetten, en een arsenaal aan coaches klaarstond ter begeleiding, valt zijn prestatie des te meer op. Hopelijk wakkert deze actie wat meer enthousiasme aan voor verdere talentbegeleiding.
Voor nu kunnen we bij VAS in onze handjes knijpen. We gaan nog veel meer bijzonders meemaken 🙂
Leuk, het resultaat gaat ook niet onopgemerkt in Raghavs geboortestad Nagpur, in India: https://www.thehitavada.com/Encyc/2022/5/8/Nagpur-born-Raghav-is-World-No-2-in-blitz-chess-in-Under-8-category.html
En wie graag de exacte resultaten inziet, ziehier:
Eindstand snelschaken
Eindstand rapid
Tekst: Samuel Cohn