Lezing 4 mei door Daniel van Cleef

Ik ben een enthousiast schaker bij de schaakclub VAS. VAS bestaat al meer dan 200 jaar en tijdens de oorlog kwamen een aantal leden van VAS om. VAS werd opgericht in 1822 en heeft altijd veel Joodse leden gehad. Ikzelf heb nooit nagedacht over de geschiedenis van schaken in de oorlog. Toen ik hiervoor gevraagd werd heb ik mij ingelezen en ik ontdekte veel dingen die ik niet wist. Bijvoorbeeld dat soldaten werden aangemoedigd te schaken om beter te worden in vooruitdenken. Ik had hier nooit over nagedacht maar als je ondergedoken was, was schaken een goede manier om de tijd de verdrijven. Zo zijn er veel zelfgemaakte schaakspellen gevonden.

Schaken was en is nog steeds een sport die door veel Joodse mensen wordt gespeeld. Er zijn veel joodse wereldkampioenen geweest: Steinitz, Lasker, Botwinnik, Smyslov en Kasparov. De oud wereldkampioen Garri Kasparov was geboren als Garri Weinstein. Hij besloot de achternaam van zijn moeder te gebruiken in plaats van die van zijn vader omdat het minder Joods klonk. In het schaken is Kasparov één van de beroemdste namen. Ik vraag mij af of men ook de naam Weinstein had willen onthouden. Zelfs na de oorlog was het voor hem makkelijker om niet Joods te zijn. Ook veel andere schakers die de wereldtop bereikten waren Joods of waren van Joodse afkomst zoals Fischer, Najdorf en Geller en nog veel meer. Deze traditie bestaat ook al heel lang in Nederland. Zo kreeg zelfs Willem I schaaklessen van een Joodse leraar.

Na de oorlog vroeg men zich af of de KNSB, de schaakbond, iets had kunnen of moeten doen toen in 1940 de bezetter beval dat Joden geen lid meer mochten zijn van verenigingen. Die vraag wordt eigenlijk bij elke instantie gesteld. Ik ben van mening dat die vraag geen nut heeft behalve polarisatie. We willen iemand de schuld kunnen geven. We willen de schuld verspreiden. De waarheid is volgens mij zoals wel vaker voor de hand liggend. In die tijd wist men nog niet wat er zou gebeuren of hoe het verder zou gaan. De enige schuldigen waren de bezetters.

Ik weet relatief veel van de oorlog omdat ik veel heb meegekregen van mijn oma die vorig jaar op 96-jarige leeftijd overleed vlak voor de dodenherdenking. Haar hele leven draaide om de oorlog. Ze heeft haar hele leven geprobeerd namen te verzamelen om ze herdenken.

Maar wij staan hier niet om te discussiëren. Wij zijn hier om overleden schakers te herdenken. Van hen is er weinig meer over. Gelukkig zijn er nog wel partijen van hen bewaard gebleven en verzameld. 1 van deze was opgezet in het gebouw hiernaast. Het raakte mij om die partij te zien. De gedachte dat zij dit gespeeld hadden brengt ze voor mij veel dichterbij. Dit waren geen aantallen. Dit waren schakers, mensen die het verdienen herdacht te worden.

Wij staan hier niet alleen om doden te herdenken. Wij staan hier ook om ons te herinneren hoe het was en hoe het dus nooit meer moet zijn.