Wie had dat gedacht? Niemand. Helemaal niemand. Maar ineens was daar Take, die zich als een wervelwind een weg baande door het Nederlands jeugdkampioenschap schaken in Helmond. Een naam waar tot voor kort slechts een enkeling een schaakstuk aan zou toevertrouwen, stond plots op één partij van eeuwige roem. En wat voor partijen! Aanvalsspel uit het boekje, stalen zenuwen in de verdediging, en overwinningen die je deden twijfelen of hier geen grootmeester incognito achter het bord zat.
Maar zoals het vaker gaat met sprookjes — ook deze eindigde met een nare wake-up call.
De droom begon sterk. Een overtuigende zege op Polle van Arendonk zette meteen de toon. Daarna volgde het gevecht tegen de topfavoriet, Kobe Smeets (2383!). Take had hem in de tang in een Najdorf — een opening die alleen echte durfals durven aan te pakken. En wat deed hij? Remise accepteren in betere stelling. Een schoonheidsfoutje? Of het eerste teken van nervositeit?
Na Th2 krijgt de witspeler het heel erg zwaar.
Ook tegen FM Noah Ritzerveld bleef het voorzichtig. Geen vuurwerk, wel correcte zetten. Beide heren tevreden met remise. Maar toen kwam ronde vier. Enter: Bram ten Dam, supertalent, angstgegner van velen. Take haalde hem onderuit alsof het een trainingspotje betrof. Een partij voor de annalen.
Na Txd4! konden de stukken in de doos.
En het bleef maar doorgaan. Tegen FM Roger Labruyere speelde Take zijn misschien wel volwassenste partij van het toernooi. Onder druk, pion achter, maar geen paniek. Een schoolvoorbeeld van hoe je solide verdedigt als een ware prof. Vervolgens veegde hij Mika Kleibeuker van het bord — die op dat moment juist lekker in vorm was.
In de laatste ronde werd duidelijk: een overwinning, en Take was kampioen van Nederland. Remise? Dan een barrage. Maar verliezen? Dat mocht niet. Kon niet.
En toen gebeurde het. In een stelling waarin g6 hem kansen gaf en de motor zachtjes begon te zoemen, koos Take voor f5. Een blunder. Geen kleine, geen ‘oepsje’, maar een instorting van monumentale proporties. Het witte c5 sloeg in als een mokerslag. Game over.
En zo ging niet Take, maar Guido van Hesselingen er met de titel vandoor. Bitter? Jazeker. Onverdiend? Misschien. Maar sport is meedogenloos en schaaktoernooien al helemaal.
Toch mogen we één ding niet vergeten: dit was het toernooi van Take. Hij heeft Nederland laten zien wat hij kan. Een vierde plaats op papier, maar in ons hoofd staat hij bovenaan. Wat een week. Wat een verhaal.
(Geschreven door een groot bewonderaar van de VAS-jeugd)