Max Levenbach

Max Levenbach is geboren op 30 december 1884 te Amsterdam, als oudste van vier kinderen. Het gezin woonde in de Emmastraat 32 2hg. Zijn vader overleed in 1922, zijn moeder in 1941 in Bussum. Zijn broer Willem (1890) overleed in 1925; zijn andere twee broers George (1886) en Adolf (1891) overleefden de oorlog niet. Max studeerde van 1904 tot 1909 rechten aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde op 5 oktober 1909 op 24 stellingen tot doctor in de rechtswetenschap. Hij woonde aan de Stadionkade 21 3hg en hield kantoor bij de arrondissementsrechtbank aan de Prinsengracht 679.

Op 31 oktober 1912 gaf hij het jawoord aan Rika Christina Koning, maar op 5 juli 1923 scheidde hij van haar. Op 28 augustus 1923 trouwde Max in Maagdenburg met Wilma Nierstrasz, die afkomstig was uit Hamburg. Dit huwelijk werd in 1937 ontbonden. Levenbachs derde en laatste huwelijk was met de niet-Joodse Marie de Coninck.

Rika Koning overleefde de oorlog. Ze kregen een zoon, Johan Max Levenbach (19-4-1918). Vanaf ongeveer juli 1942 tot aan de bevrijding was Johan Max Levenbach, met onderbrekingen, ondergedoken op Hartmanlaan 92 te Soest. De reden daarvoor was dat hij als student (Gemeente Universiteit Amsterdam) geweigerd had de ‘loyaliteitsverklaring’ te ondertekenen en dat hij als halfjood ook extra risico zou lopen, als hij zou worden opgepakt. Volgens rapporten van de Amsterdamse politie overleed de tweede vrouw van Max, Wilma Nierstrasz, in maart 1941 toen een passerende Duitse kolonne haar huis beschoot, omdat zij de verduistering niet goed had geregeld.

Max Levenbach was geen sterke schaker, maar heeft desondanks heel veel betekend voor de schaaksport op bestuurlijk vlak. Hij is net gevestigd als advocaat en procureur als hij in 1910 op 25-jarige leeftijd lid wordt van VAS. Reeds spoedig trokken zijn bijzondere kwaliteiten de aandacht en in 1914 aanvaardde hij een bestuursfunctie (vice voorzitter). Tijdens dat jaar weet hij tijdens een simultaan te winnen van Max Marchand, die enkele jaren later Nederlands Kampioen wordt. Na het vertrek van de toenmalige voorzitter, de heer J. Mackenzie, naar Hengelo, benoemde het genootschap hem begin 1915 tot voorzitter, welke functie hij tot 1927 vervulde (tevens erelid).

Levenbach betekent veel voor het Nederlandse en ook het internationale schaakleven. In 1922 was hij tijdelijk waarnemend voorzitter van de Nederlandse Schaakbond. Hij is vanaf 1926 voorzitter van het Euwe-comité, dat is opgericht ter gelegenheid van de eerste match tussen Euwe en Aljechin in december 1926 en januari 1927. Euwe verliest slechts op het nippertje met 4,5 – 5,5 van Aljechin, die enkele maanden later Capablanca zou onttronen als wereldkampioen. Uit dit comité is later het Euwe-Aljechin-comité ontstaan, met naast Levenbach ook Gerard van Harten (voorzitter van de Amsterdamse schaakbond), G. van Dam (secretaris-penningmeester) en Th.M.E. Liket (hoofdredacteur van het Nederlandse schaaktijdschrift ‘De Schaakwereld’) als leden. Liket schrijft na de oorlog de bijdrage over Levenbach in het herdenkingsboek ‘Partij Verloren‘. 

Levenbach zorgt er bijvoorbeeld voor dat Euwe zijn krachten kan meten met Bogoljubov, Maróczy, Capablanca, Spielmann en Flohr, die veelal bij hem thuis verbleven en dankbaar gebruikmaakten van zijn gastvrijheid.  De bekroning waren de matches met Aljechin om het wereldkampioenschap in 1935 en 1937. Hieronder is de loting voor het wereldkampioenschap te zien, verzorgd door Levenbach.

Max Levenbach kwam op 10 december 1942 vanuit Kamp Amersfoort aan in Westerbork. Hij vierde er op 30 december zijn 58e verjaardag. Levenbach stond op de gemengd-gehuwdenlijst. Met het transport van 18 januari 1943 vertrok Levenbach als strafgeval uit Westerbork, met als aanklacht: ‘verduistering van goederen‘, ondanks een beschermde status.  Direct na aankomst werd hij op 21 januari 1943 in Auschwitz vermoord. In de notulen van een vergadering van de Joodse Raad van 25 januari 1943 wordt Levenbach kort genoemd. bron Mevrouw Levenbach woonde na de oorlog nog op hetzelfde adres en deed navraag naar het lot van haar echtgenoot. In 1948 was zij aanwezig toen bij een bijeenkomst van de Schaakbond kort werd stilgestaan bij de dood van haar man.

Bronnen: Partij verloren… Gedenkboek ter herinnering aan de schakers in Nederland, die tijdens de bezetting zijn omgekomen. (Eggink & Schelfhout) | Joods Monument | OorlogsbronnenSportgeschiedenis | HVS

Terug naar overzichtspagina

Er worden diverse bronnen gebruikt bij het opstellen van de artikelen over de 36, zoals de cartotheek en het boek ‘Partij Verloren’. Indien er aanvullingen of correcties op de betreffende artikelen zijn, neem dan contact met mij op via lode.broekman@gmail.com.